Hoe interpreteer ik de resultaten van de Growth Tracker

Voor een algemene introductie van de theorie achter de growth tracker, zie Tracking Growth and Maturity: What It Is, Why It Matters, and How to Do It Right, of bekijk één van onze webinars (beide in het Engels).

1. De output variabelen

Chrono age (chronologische leeftijd) is de leeftijd van de atleet op het moment van de laatste meting, uitgedrukt in jaren. Als de laatste meting meer dan 10 weken geleden is uitgevoerd, worden alle resultaten van deze atleet grijs en wordt er een rood uitroepteken weergegeven naast zijn/haar naam.

Bio age (biologische leeftijd) is een schatting van de maturiteit van de atleet op basis van de fysieke ontwikkeling in plaats van hun chronologische leeftijd. Deze meting wordt berekend op basis van het %PAH.

Chrono vs. bio age is het verschil tussen chronologische en biologische leeftijd.

Maturity timing is of een atleet als vroeg, gemiddeld, of laat matuur wordt beschouwd. In het Hylyght-platform wordt een atleet als vroeg of laat beschouwd als de Z-score voor maturiteit respectievelijk groter is dan +0,5 of kleiner dan -0,5. Met deze waarden wordt gemiddeld 30% van de atleten als vroeg volwassen beschouwd, 30% als laat volwassen, en 40% als 'op tijd'.

Body height is de lengte (in cm) van de atleet op het moment van de laatste meting. Door op deze waarde te klikken, verschijnt een grafiek die de ontwikkeling van de lichaamslengte van de atleet tijdens de laatste metingen weergeeft."

Adult H. Predict. is een voorspelling van de uiteindelijke volwassen lengte voor deze atleet. Deze wordt voorspeld op basis van de huidige lengte, het gewicht, de leeftijd, het geslacht, en de lengte van beide ouders. Houd er rekening mee dat de schatting nog steeds een foutmarge van ongeveer 5 cm heeft. Het is mogelijk dat deze voorspelling verandert naarmate de atleet groter en ouder wordt.

%PAH (K-R) is het percentage van de voorspelde volwassen lengte op het moment van de laatste meting. Met andere woorden, het percentage laat zien hoe groot de atleet nu is vergeleken met de voorspelling van hoe groot hij/zij zal worden. Bijvoorbeeld, als een atleet een voorspelde volwassen lengte van 200 cm heeft en 180 cm is gemeten, zal het %PAH 90% zijn (180 cm / 200 cm). Dit is een proxy voor de biologische leeftijd. Door atleten te sorteren op basis van hun %PAH, kunnen bio-bandgroepen worden gemaakt voor trainingen of toernooien. Blessurerisico gerelateerd aan de %PAH wordt gevisualiseerd met pictogrammen en kleuren:

• Er wordt een groene 'v' weergegeven als de atleet nog voor of al na zijn/haar groeispurt zit (respectievelijk onder 86% of boven 95%). Deze stadia van volwassenheid worden doorgaans niet geassocieerd met een verhoogd risico op groei gerelateerde blessures.
• Er wordt een oranje 'v' weergegeven wanneer de atleet zijn/haar groeispurt nadert. Deze fase wordt nog niet geassocieerd met een verhoogd blessurerisico, maar de groeisnelheid wordt best regelmatig gecontroleerd om het begin van de groeispurt te detecteren.
• Er wordt een rood uitroepteken weergegeven wanneer de atleet tussen de 89 en 95% PAH zit. Dit betekent dat de atleet zich momenteel in zijn/haar groeispurt bevindt. Deze periode gaat gepaard met een verhoogd risico op groei gerelateerde blessures. Het wordt sterk aangeraden om het trainingsprogramma van deze atleten aanpassen om hun trainingsbelasting te verminderen en de belastingcapaciteit te vergroten (zie volgende sectie)

Door op deze waarde te klikken wordt een grafiek weergegeven met het %PAH samen met de maturateitsstatus. Het begin van de groeispurt ligt doorgaans rond de 89%, de Peak Height Velocity (PHV) rond de 92%, en het einde van de groeispurt rond de 95%.

Maturation status is de maturiteitsstatus van de atleet op het moment van de laatste meting. Vergelijkbaar met %PAH, wordt het in het groen weergegeven wanneer de atleet pre of post PHV is, in het oranje wanneer het PHV nadert (‘start-PHV’), en in het rood wanneer de atleet circa-PHV is.

Growth Velocity is hoe snel de atleten groeiden tussen de laatste twee meetmomenten, uitgedrukt in aantal centimeters per jaar. Blessurerisico gerelateerd aan deze groeisnelheid wordt gevisualiseerd met het pictogram naast de waarde:

• Er wordt een groene ‘v’ weergegeven wanneer de groeisnelheid lager is dan 6 cm/jaar. Dit wordt niet geassocieerd met een verhoogd risico op groei gerelateerde blessures.
• Er wordt een oranje ‘v’ weergegeven wanneer de groeisnelheid tussen 6 en 8 cm/jaar ligt. Dit duidt op een iets hogere groeisnelheid dan gemiddeld en kan gepaard gaan met een hoger risico op groei gerelateerde blessures.
• Er wordt een rood uitroepteken weergegeven wanneer de groeisnelheid hoger is dan 8 cm/jaar. Boven deze groeisnelheid heeft de atleet een aanzienlijk hogere kans op groei gerelateerde blessures en wordt zijn/haar trainingsprogramma dus best aangepast.

Door op deze waarde te klikken verschijnt een grafiek van de groeisnelheidscurve. Merk op dat hoewel het gemiddelde traject van menselijke groei geleidelijk is, de individuele groei vaak gekenmerkt wordt door korte periodes van snelle groei, afgewisseld door periodes van trage groei. Wanneer een atleet maandelijks of zelfs vaker wordt gemeten, kan de grafiek grote variaties vertonen van de ene meting tot de andere (zie afbeelding 3).

Body Weight is het gewicht (in kg) van de atleet op het moment van de laatste meting. Door op deze waarde te klikken, wordt een grafiek weergegeven met de ontwikkeling van het lichaamsgewicht van de atleet.

Weight Velocity is hoe snel het gewicht van de atleet is toe/afgenomen tussen de laatste twee meetmomenten. Door op deze waarde te klikken wordt een grafiek weergegeven met de ontwikkeling van de gewicht snelheid van de atleet gedurende de laatste metingen. Merk op dat deze waarde sterk kan fluctueren afhankelijk van wanneer de atleet is gewogen (bijvoorbeeld voor of na de lunch). ‘Peak Weight Velocity’ treedt ongeveer een half jaar na Peak Height Velocity op en bereikt gemiddeld 8 kg/jaar bij meisjes en 10 kg/jaar bij jongens. Er wordt aangenomen dat een hogere gewicht snelheid verband houdt met een hoger risico op blessures, omdat het de belasting van het bewegingsapparaat vergroot. Tot op heden is deze claim echter niet ondersteund door duidelijk wetenschappelijk bewijs.

PAH 90% is het 90%-betrouwbaarheidsinterval van de voorspelling van de volwassen lengte. Dit betekent dat 90% van de atleten een uiteindelijke lengte zal hebben die tussen de twee waarden in deze kolom ligt.

2. Groei gerelateerde blessures vermijden

Wetenschappelijke studies hebben groeisnelheid (boven 7,2 cm/jaar) en maturatiestatus van de atleet (circa-PHV; tussen 89 en 95% van PAH) in verband gebracht met een verhoogd risico op blessures. In het groepsrapport van de Growth Tracker worden deze twee variabelen handig samengevat voor elke atleet van het team.

Trainers en coaches worden sterk aangeraden om de trainingsbelasting te verminderen voor atleten die zich in de 'gevarenzone' bevinden voor één of beide van deze variabelen. Over het algemeen kan dit worden bereikt door:

• Vermindering van het aantal trainingsuren (meestal pas nodig als de atleet een geschiedenis van blessures heeft of als hij/zij uitzonderlijk snel groeit)
• Vermindering van repetitieve intensieve activiteiten (bijv. springen en sprinten)
• Vermindering van de belasting door te trainen op zachte oppervlakken
• Focus op technische en tactische aspecten in plaats van fysieke ontwikkeling

Tegelijkertijd wordt geadviseerd om de belastbaarheid te vergroten door extra oefeningen aan te bieden voor:

• Evenwicht en proprioceptie: Helpt spieren rond de gewrichten te stabiliseren en vermindert het risico op vallen.
• Mobiliteit en flexibiliteit: Vermindert overmatige spanning op spieren, pezen, en de groeischijven, wat op zijn beurt het risico op verrekkingen vermindert.
• Coördinatie: Vermindert de belasting van het lichaam als gevolg van inefficiënte bewegingen en helpt de onhandigheid van adolescenten te overwinnen
• Romp stabiliteit: Vermindert de spanning op de onderrug en verbetert de algehele stabiliteit
• Sportspecifieke blessurepreventie

Er wordt aangenomen dat een hogere gewichtssnelheid (weight velocity) een hoger risico op blessures met zich meebrengt omdat het de spanning op het musculoskeletaal systeem vergroot. Tot op heden is dit echter niet ondersteund door duidelijk wetenschappelijk bewijs. Het aanpassen van de trainingsbelasting aan de groeisnelheid en de volwassenheidsstatus wordt momenteel als best practice beschouwd.

3. Bio-banding toepassen

Het groepsrapport van de Growth Tracker vereenvoudigt ook de implementatie van bio-banding. Het Maturatiteitsgedeelte van dit rapport toont alle atleten in één groep, geordend op basis van hun biologische leeftijd. Trainers en coaches kunnen deze informatie gebruiken om atleten te hergroeperen in ‘bio-band groepen’ voor trainingen of toernooien.

Hou er altijd rekening mee dat bio-banding de leeftijdscategorieën niet mag vervangen. De mentale ontwikkeling en technische vaardigheid van de atleet moeten ook in aanmerking worden genomen bij het maken van nieuwe groepen.

⤶ Back to the Growth Knowledge Base